Grote Boeddhabeelden langs de Rielerweg zijn een kleine voorbode van de enorme hoeveelheid beelden binnenin de monumentale Johannes Vianneykerk. Verzamelaar en handelaar Peter Vredeveld over zijn bijzondere collectie en locatie.
Avontuur. Al op jonge leeftijd wilde Peter Vredeveld de wereld ontdekken. Opgegroeid in het polderdorp Espel in de buurt van Emmeloord besloot hij op zijn 18e dat er meer te zien was in de wereld dan de polder. Daarom vertrok hij voor tien weken naar Nepal om vrijwilligerswerk te doen. Die tien weken werden een jaar. Dat is inmiddels vijftien jaar geleden.
Nadat hij terugkwam uit Nepal is hij blijven reizen door Zuidoost-Azië. Dit werelddeel en de manier van leven bleef en blijft hem trekken. ‘In Azië heeft vooral de rust mij erg geraakt. Dit begon in het afgelegen bergdorpje waar ik gewoond heb. Niet dat het daar niet hard werken was, maar de haast die velen hier kennen zag ik daar niet. In het Boeddhisme gaat het ook veel over ‘loslaten’, ik denk dat hier een raakvlak is. Tijdens de eerste reis naar Birma (1999, ik was toen 19) kwamen er een paar mooie Boeddhabeelden op mijn pad. Deze vond ik vooral zelf erg mooi en besloot ik daarom om aan te kopen en mee te nemen naar Nederland. Bij aankomst thuis bleek dat liefhebbers de beelden wel wilden kopen en zo is heel langzaam de handel begonnen.’
Ledlampjes verlichte varianten
In het Boeddhisme staat naast “loslaten” ook vrijgevigheid centraal. ‘Het Boeddhisme leeft heel erg’, vertelt Peter. Er wordt dan ook veel gedoneerd aan tempels. Daarom moeten oude Boeddhabeelden plaatsmaken voor nieuwe. Waar we in het westen veel waarde hechten aan oud en antiek, zijn in Azië nieuwe, glimmende spullen juist waardevol. De oude, houten tempelkastjes moeten dan ook plaatsmaken voor glimmende met door ledlampjes verlichte varianten. Bijkomend voordeel is ook dat deze aluminium varianten veel makkelijker schoon te houden zijn. Er is dan ook een aantal antieke tempelkasten terug te vinden in de verzameling van Peter.
Door de jungle
Tijdens zijn zoektocht komt Peter vaak op bijzondere plekken, die niet altijd even makkelijk zijn te bereiken. Het kan zijn dat zijn zoektocht met een boot en brommer verloopt of dat hij een dag met de trein reist om na een wandeling door de jungle op zijn eindbestemming uit te komen. ‘Maar dan kom je wel terug met een Boeddhabeeld uit de twaalfde eeuw, met gouden wenkbrauwen, ingelegd met koper en zilveren ogen.’ Die avonturen, de reis en de verschillende ontmoetingen, dat is wat hij zo geweldig vindt aan zijn werk. Als je het al werk mag noemen.
Eén van die bijzondere ontmoetingen was met Sangita. Ze troffen elkaar in een hotel in Nepal tijdens één van zijn reizen. Inmiddels is ze zijn vrouw en wonen ze met hun twee kinderen in de aangelegen pastoriewoning naast de kerk.
Nadenken over de toekomst
De verzameling Boeddhabeelden is met de jaren steeds groter geworden. De ingekochte beelden werden eerst nog opgeslagen in de boerderij van zijn ouders. Vanwege hun leeftijd verkochten zij de boerderij en dat was het moment voor Peter en Sangita om na te denken over de toekomst. Ze woonden toen in Emmeloord. ‘Een hele andere omgeving dan het bergachtige Himalaya-dorpje waar ik tijdens mijn vrijwilligerswerk woonde.’
Kerk gekocht
Samen zoeken Peter en Sangita naar een geschikte plek waar zowel de Boeddha’s als het gezin ondergebracht kunnen worden. De Johannes Vianneykerk aan de Rielerweg in Deventer hadden ze al een keer bekeken, maar toen mislukte de aankoop. Toen de kerk twee jaar later, in 2016, weer op de markt kwam besloten ze alsnog de knoop door te hakken. ‘Hadden we opeens een kerk gekocht.’
Zeker in het begin was er heel veel aandacht voor de Boeddha’s in de kerk. Peter gaf zelfs rondleidingen. (Oude) Buurtbewoners kwamen kijken en vertelden Peter allerlei verhalen over de kerk en de verschillende gelegenheden, zoals de bruiloften en begrafenissen die er plaats hadden gevonden.
De Johannes Vianneykerk werd in 1929 gebouwd en sloot op 29 juni 2014, na de allerlaatste Heilige mis, de deuren. Het aantal leden was te ver teruggelopen om door te gaan. En dit terwijl kerkgangers in hoogtijdagen op het plein voor de kerk de diensten moesten bijwonen, omdat er binnen geen plek meer was.
”Waar vroeger peentjes werden gezweet om vergeving te krijgen, staan nu Boeddhabeelden”
Peter heeft zijn werkplaats in de sacristie, achter in de kerk. Hier vind je nog de oorspronkelijke kasten voor de opslag van de uitvaart-, avondwakeboekjes en de hosties. Nu wordt de ruimte gebruikt voor het opknappen van de Boeddhabeelden. De gereedschappen worden opgeslagen in de kasten. Waar vroeger peentjes werden gezweet om vergeving te krijgen, staan nu Boeddhabeelden.
Bed and Breakfast
In de oude groentetuin van de kerk runt Sangita een Bed and Breakfast. Gasten kunnen overnachten in de Pipowagens die achter in de tuin staan. Tijdens het gesprek met Peter schuift ze even bij aan, maar veel tijd heeft ze niet want er komen nieuwe gasten dus de Pipowagens moeten nog even op orde gemaakt. ‘Het loopt goed’, zegt ze, ‘maar als het te druk wordt, dan gaat het gezin voor en dan zijn de Pipowagens tijdelijk niet beschikbaar.’ Beiden vinden het belangrijk om er voor de kinderen te zijn en hun eigen tijd te kunnen indelen. Tegelijkertijd doen ze ook allebei iets waar ze veel energie en plezier uit halen.
Nu gaan de Boeddha’s op avontuur, heeft Peter de rust en kalmte van het Boeddhisme en de Boeddhabeelden overgenomen. Hij is gesetteld en trekt er zo nu en dan eens op uit voor een avontuur. Maar hij komt altijd weer thuis bij zijn gezin in de kalmte en sereniteit van zijn kerk met de Boeddha’s.
Kijk voor meer informatie op de website van Peter.
Fotografie: Viorica Cernica
Reacties 0
Nog geen reacties.
Reactie plaatsen