Een gewone Deventernaar is Nuran Florissen wel, maar onbekend is ze hier zeker niet. Voor haar inzet en haar kwaliteiten ontving ze meerdere prijzen en onderscheidingen. Nuran sloot niet alleen de stad maar ook talloze inwoners in haar armen en die klik is wederzijds. ‘Ik was toen en ben nog altijd weg van Deventer.’

Als ze het natelt komt Nuran op wel acht. Acht prijzen, die ze veelal kreeg voor haar vrijwilligerswerk. Zo werd ze 2017 lid in de Orde van Oranje-Nassau, won ze in 2018 de Deventer diversiteitsprijs Het Verschil en kreeg ze in 2020 de Gouden Venus van Milo (een initiatief om mensen met een beperking in het zonnetje te zetten). En dan zijn er nog de Nationale Vrijwilligersprijs, de prijs van de Rode Vuist en de Ab Harrewijnprijs. Nuran wordt geprezen voor haar tomeloze inzet. En steeds wordt erbij gezegd dat het uitzonderlijk is dat een vrouw al die prijzen krijgt en nog uitzonderlijker: een buitenlandse vrouw.

 

 

Weg van Deventer
Want Nuran heet voluit Nuran Florissen-Kapikiran en is geboren in Malatya in Turkije. Haar zus woonde al in Deventer met haar man en twee kleine kinderen toen ze Nuran vroeg of ze op haar kinderen wilde passen in de tijd dat zij moest werken. Er was toen nog maar weinig kinderopvang. Zo gezegd zo gedaan, in 1989 kwam Nuran naar Nederland, naar Deventer. Om er niet meer weg te gaan. De opvang liep gesmeerd, de kinderen waren dol op haar en zijn het nog steeds, zo groot als ze zijn. ‘Ik was toen en ben nog altijd weg van Deventer.’

Hier klopt een hart
Bij haar zus leerde ze Gerrit kennen, haar grote liefde. Ze trouwden in 1999 en gingen wonen in één van de flats in Keizerslanden. Een mooie flat, een fijne buurt. Tot haar diepe verdriet stierf Gerrit in 2014 na 15 jaar huwelijk. Nuran was er kapot van, en is dat nog steeds. Ze is in de flat blijven wonen, ze kent er zoveel mensen. In de tijd van corona en lockdowns legde ze bij elke voordeur op haar galerij wat zelfgebakken lekkers neer en maakte ze van papier harten die iedereen kon ophangen als hij of zij dat wilde: “hier klopt een hart voor jou”. Tijdens ons gesprek wordt er aangebeld in een bepaald ritme: ‘O dat is de buurvrouw.’ Even bijpraten, vertellen hoe het is: ‘We letten hier op elkaar.’ Het lekkers dat de buurvrouw meebrengt wordt grif gedeeld.

 

 

Thuis in Keizerslanden
De sfeer in Keizerslanden vindt ze over het geheel genomen de laatste jaren wel minder geworden, jammer genoeg. Nuran ervaart meer overlast, meer geschreeuw, gescheld. ‘En er is meer kleine criminaliteit, er lopen meer mensen verloren rond, ook jongeren. Toch wil ik hier graag blijven wonen, ik ken er veel mensen.’ En ze houdt te veel van Deventer om te verhuizen: ‘Als ik terugkom van Turkije en de kerk zie en de IJssel, dan voel ik me thuis.’ Een thuis waar even snel een boodschap doen of voor eventjes naar de Brink gaan, geen optie is. Ze komt altijd bekenden tegen, knoopt altijd gesprekken aan. ‘Ik heb hier mijn buren, mijn vrienden, mijn huisarts, mijn specialist (Nuran heeft vanaf de geboorte een serieuze heupaandoening), mijn zus woont hier en mijn neven. En ook zo’n groep als Vrouwen voor Elkaar, vind je nergens, dat kan alleen in Deventer, dat weet ik zeker.’ Nuran doelt hiermee op de multiculturele groep vrouwen waarin ze een onmisbare rol vervult.

 

‘Als ik terugkom van Turkije en de kerk zie en de IJssel, dan voel ik me thuis.’

 

Vrouwen Voor Elkaar
Nuran is verknocht aan Vrouwen voor Elkaar. En omgekeerd. Op papier is ze voorzitter, maar ze is veeleer ook het kloppende hart van de groep. De groep bestaat sinds 1994 en Nuran neemt er vanaf het begin aan deel. ’Vrouwen voor Elkaar is uniek’. Iedereen is er welkom, vrouwen van niet-Nederlandse afkomst of nationaliteit in het bijzonder. De groep kent geen leden, enkel inloopochtenden, wie wil mag komen. ‘Soms zijn er 35 vrouwen, een keer waren er zelfs 53, maar soms ook 8. Een keer hadden we 27 aanwezigen 27 verschillende nationaliteiten.’

 

 

Op bezoek bij de burgemeester
Het is geen gezelligheidsclub, geen Nederlandse les, geen inwijding in de Nederlandse les. Wat dan wel? ‘Vrouwen voor Elkaar is een veelzijdige en warme kennismaking met Deventer en haar inwoners, met Nederland, met elkaar.’ Zo bracht de groep een bezoek aan het stadhuis in Deventer met ontvangst door de burgemeester. Ook liet de groep zich rondleiden in de Tweede Kamer in Den Haag, de Deventer Bibliotheek en De Waag.

Leren van en met elkaar
Ondertussen gaat het Nederlands van de deelnemers vaak met sprongen vooruit. De Koerdische vrouw die twintig jaar niet buiten was geweest ontvangt nu op de inloopochtenden de nieuwkomers: Wilt u iets drinken? Onder elkaar wisselen vrouwen recepten uit, bereiden hapjes of kleine gerechten bij feestelijke gelegenheden, leren elkaar de dansen die ze kennen, vertellen elkaar van de eigen gebruiken bij geboorte, trouwen of overlijden en krijgen inleidingen over gezond eten of over opvoeding. En dit is nog maar een greep. En als iemand zegt: dat heb ik van Nuran geleerd, zal ze steevast antwoorden: ‘Nee, we leren van elkaar.’

Geval apart
Bij Nuran kun je alleen aan haar uitspraak van het Nederlands horen dat ze oorspronkelijk niet uit Nederland komt. Maar geboren Nederlanders geloven vaak niet dat ze uit Turkije komt: ze heeft toch geen hoofddoek om, ze mag toch overal vrij rondlopen? ‘Ik doe hier precies hetzelfde als in Turkije’, lacht ze dan. Omgekeerd beginnen mensen in Turkije Engels of Spaans met haar te praten, hoe vaak Nuran hen ook verzekert dat ze Turkse is en Turks praat. Zo valt ze overal tussen in. ‘Ik ben een geval apart.’

 

 

Meer informatie over Vrouwen voor Elkaar:
https://www.deventerwijzer.nl/is/organisatie/170288/vrouwen-voor-elkaar

 

Fotografie: Viorica Cernica