Na twaalf jaar werkzaam te zijn geweest als secretaris van de Stichting Industrieel Erfgoed Deventer (SIED) nam Piet de Noord onlangs afscheid. Een mooie reden om terug te blikken op zijn loopbaan en de stad, waar hij inmiddels bijna dertig jaar woont. ‘Ik vind Deventer ontzettend veranderd, ten goede.’
Stad leren kennen
‘In 1984 ben ik in Deventer gaan werken als directeur van het ROC. Vanwege mijn baan en alle bijhorende connecties wilde ik er ook wonen. Om de stad te leren kennen en te weten wat er speelt. Ook scheelt het dat je niet hoeft te pendelen en ik vond het een mooi vooruitzicht om gebruik te kunnen maken van de voorzieningen van de stad waarin ik werkte en die ik vanaf het begin mooi vond. Dus in Deventer naar de schouwburg gaan en mijn boeken kopen. Ik had verder geen binding met Enschede, waar ik eerder werkte. Een jaar na mijn start bij het ROC ben ik met het gezin naar Deventer verhuisd. Destijds was het vooral een stad met lager opgeleiden.’
Industriële geschiedenis
‘Tijdens mijn werkzame periode heb ik ook altijd interesse gehad in industrieel erfgoed, dit is ontstaan tijdens mijn studie sociologie. Met name de industriële ontwikkeling en de industriële geschiedenis van Engeland vond ik boeiend. We spreken dan over 1968. Ik ben van oorsprong arbeidssocioloog en bij die specialisatie besteed je veel aandacht aan de maatschappelijke gevolgen van de industrialisatie en aan de organisatie van de industriële arbeid. Tijdens vakanties in Engeland heb ik veel plekken bezocht die daar een rol bij hebben gespeeld.’
Toetreding tot de SIED
‘Vanuit mijn interesse in industrieel erfgoed is de SIED op mijn pad gekomen. Ik zat destijds in de gemeenteraad en toen ik daarmee stopte, vroeg de voormalig voorzitter of ik me bij de SIED wilde aansluiten. Ik had het nog veel te druk en zei hem: ‘Als ik op pensioen ben, wil ik er wel weer over nadenken.’ Dat was niet tegen dovemans oren gezegd, want ik had de deur van het ROC nog niet achter me dichtgetrokken, of daar kwam de SIED-voorzitter langs, die me herinnerde aan deze toezegging. Dat is 12 jaar geleden, in januari 2011. Er bleek destijds een secretaris en een penningmeester nodig. Nu kan ik kan goed met geld omgaan, maar ik vind dat niet per se leuk. Wel om politiek bezig te zijn. Zo ben ik ook altijd als vrijwilliger actief geweest op sociaal en politiek gebied. Als secretaris zit je als een spin in het web en ik vind het leuk om te schrijven. Zo koos ik voor de functie van secretaris.’
Bloeiend Deventer
‘Ik vind Deventer ontzettend veranderd, ten goede. De stad heeft door toerisme, onderwijs en de bloei van Saxion een mooie ontwikkeling doorgemaakt. Het heeft zich tijdig geëmancipeerd vanuit een wat armoedige arbeidersstad waar ook een forse dienstensector bij is gekomen, tot een bloeiender stad. Het gaat economisch beter met Deventer. Er is meer vertier en dergelijke. Er wordt ook gebouwd. Het is gewoon een plezierige stad om in te wonen. Zonder dat het z’n roots kwijtgeraakt is. Daarbij hoort dat het een arbeidersstad is, Moskou aan de IJssel heet het tenslotte nog altijd. Die wortels zijn er nog steeds. Het is niet in verval geraakt en dat vind ik een prachtige ontwikkeling.’
Erkenning voor de SIED
‘Ook de SIED is fors veranderd. Het is een partij geworden waar, op basis van deskundigheid en uiteraard betrokkenheid, op gemeentelijk niveau naar geluisterd wordt. Zo vond een aantal ondernemers dat ze iets moesten zeggen over het Burgerweeshuis, omdat men daarover in discussie is. Maar, zo werd gezegd, dan moet de SIED daar ook over meedenken, omdat het Burgerweeshuis bij de inventarisatie door de SIED is aangemerkt als waardevol. Die erkenning van de stichting is niet ineens gebeurd, maar in de loop van de 12 jaar zie je wel dat er een ontwikkeling plaats gevonden heeft. Bij de ontwikkelingen van de bouwplannen rond het Senzora-complex was er ook een overwinninkje, toen de wethouder riep dat de adviesorganen, zoals de SIED, geraadpleegd moeten worden. En de SIED ís helemaal geen adviesorgaan. Het geeft maar even aan wat voor status je in dezen hebt gekregen.’
Roots behouden
‘Waar ik ook erg blij om ben, is dat ook de SIED, net als Deventer als stad, de roots niet zijn kwijtgeraakt. Dat je het werk met de machines, hoe het toeging in de fabriek allemaal in de SIED terugvindt bij de werkgroep Collectie, die zichzelf tegenwoordig “handen uit de mouwen” noemt. Die werkgroep is nu bijvoorbeeld klaar met het maken en herplaatsen van luiken op het stationsgebouw, zoals dit van oorsprong 100 jaar geleden ook was. De SIED is dus niet alleen bezig met de ruimtelijke ordening, maar ook met: wát is nou industrie en wát is techniek, hoe werk een machine. Kijk maar naar die pomp die we als monumentaal industrieobject hebben kunnen plaatsen bij voor het gemaal Ankersmit. De aantrekkingskracht en waarde van machines en industriële processen is blijvend, en daarmee de SIED.”
Overdracht secretariaat SIED
‘Net zoals voordat ik secretaris van de SIED was, zijn de politiek en sociale werkzaamheden in en nabij Deventer nog altijd zaken waar ik mee bezig blijf. Ze ben ik lid van de werkgroep waterschaps-financiën bij Water Natuurlijk, voorzitter van cliëntenraad Carinova, lid raad van toezicht van Bewonersinitiatief De Hagedoorn in Almelo en voorzitter overleg van Deventer Buurthuizen. Bij de SIED ga ik gewoon verder in de werkroep communicatie, nadat ik ik in mei het stokje aan mijn opvolger definitief overdraag.’
Fotografie: Viorica Cernica
Reacties 0
Nog geen reacties.
Reactie plaatsen