Al meer dan tien jaar vaart de geboren schipper Douwe van Komen op het pontje over de IJssel. Vervelen doet hij zich nooit. ‘Hier varen betekent als het ware een snelweg oversteken.’

‘Deventer is de warmhartigste stad aan de mooiste rivier met de fraaiste wolkenpartijen van Nederland’, vindt Douwe van Komen. Sinds september 2011 vaart hij de voetgangerspont in Deventer. We zijn het eens. Ik wil graag weten hoe hij hier terecht gekomen is en of dat nou eigenlijk leuk is, steeds op en neer varen. Kan het gevaarlijk zijn? En sinds wanneer vaart de pont eigenlijk? En voor wie?

Douwe is een makkelijk prater. Hij schakelt soepel van het hier en nu naar zijn vroegere werkzaamheden en via zijn kinderjaren naar hoe hij in 2003 in Deventer belandde. En hoe hij ertoe kwam om in Deventer te blijven.

Douwe werd op 28 september 1959 geboren in Roermond als enig kind van binnenvaartschippers. Een duwboot.  Grintbakken, Maas-keien, zand maar ook wel zout. Hard werken. ‘Mijn vader was echt zo sterk als een beer. Dagen van achttien, negentien uur waren geen uitzondering. Mijn ouders hadden op een bepaald moment een eigen boot dus je doet wat nodig is. Ik heb dat ook. Ik voel me verantwoordelijk voor mijn gezin, voor mijn werk, ten opzichte van mijn baas, en met mijn collega’s vorm ik een hecht team.’

Met vader en moeder als gezelschap bleef de kleine Douwe aan boord tot hij naar school moest en om die reden met moeder aan wal ging wonen. Vader zette het schipperswerk voort en was regelmatig, maar lang niet altijd, de weekenden thuis – want hij moest op afroep beschikbaar zijn. ‘Ik kon eerder zwemmen dan lopen’, zegt Douwe. ‘Ik vond het heerlijk aan boord als kind, ik heb een fijne jeugd gehad.’

 

 

Beroerte
‘Nee, gelukkig geen schipperskindereninternaat’, verzucht Douwe, op de vraag naar het vervolg van zijn leven. ‘Toen ik zestien was kwam ik bij mijn vader aan boord in de leer en vanaf toen hebben we jaren samengewerkt. Een professionele opleiding of het behalen van een officieel diploma was in die tijd niet nodig om zelfstandig te mogen varen, ik heb vrijwel alles wat ik weet van mijn vader geleerd.’

Douwe’s moeder overleed in 1996. Vader en zoon vervoerden samen nog jarenlang wat zich aandiende, op een middelgrote boot op de binnenwateren van Nederland, Duitsland, België en soms Noord-Frankrijk.

Tot oktober 2003. Toen kreeg vader aan boord, in de sluis van Deventer, een beroerte. ‘Dat was wel een heel angstig moment.’ Douwe moet even slikken. Het was een moment waarop hij, benadrukt hij, heeft ervaren hoe hij zich door zijn geloof gesteund voelde. En trouwens niet alleen toen. ‘Het geloof loopt als een rode draad door mijn leven.’

Want hier, binnen handbereik, in de sluis van Deventer, woonde toevallig een familielid. Door diens snelle ingrijpen kwam er vrijwel direct hulp en belandde zijn vader in korte tijd in het Deventer ziekenhuis. Helaas kreeg hij daar vrijwel direct een tweede beroerte, waardoor hij verlamd raakte en in een verpleegtehuis moest worden opgenomen.

Zijn vader heeft nog tien jaar geleefd, maar werd steeds zwakker, later ook nog dement. Hij is nooit meer aan boord geweest. ‘Dat was pijnlijk en verdrietig en dat is het nog’, vertelt Douwe. ‘Op een bepaald moment dacht mijn vader dat ik zijn broer was!’

 

Knop omdraaien
Douwe bleef varen en bezocht zijn vader vaak in het verpleeghuis Sint Jozef in Deventer. Regelmatig ontmoette hij daar José, die daar háar vader bezocht, ook verlamd na een beroerte. Een kopje koffie samen, een wandeling samen. José woonde in Goor maar werkte in het Deventer ziekenhuis. ‘Zodoende zijn we bij elkaar gekomen’, vertelt Douwe en zijn glinsterende ogen spreken voor zich. In eerste instantie voer Douwe nog een poosje door met de boot van zijn ouders, wanneer nodig met assistentie, maar vast werk had hij niet. Even nog overwogen José en Douwe om samen te gaan varen. Inmiddels woonden ze bij elkaar in haar huis in Goor.

Maar dan, in 2004, vertelt Douwe, gebeurde er iets moois: ‘José bleek zwanger.’ Hij was 44, José 35. Hij voer nog enige tijd via een uitzendbureau en in 2005 werd zoon Ruben geboren. ‘Een heel bijzondere ervaring. Ik was enig kind en tamelijk alleen opgegroeid. Ik had veel alleen gewerkt. Wel eens een relatie gehad, maar ik had veel alleen geleefd. Nu had ik onverwacht een vrouw en een zoon! Ik was realistisch en dacht: nu moet ik gewoon een knop omdraaien.’

Douwe besloot om de boot te verkopen.  Hij was 46, zijn zoon een half jaar oud en zijn vader zou niet meer beter worden. Op 28 april 2006, de boot lag in de haven van Goor, kwamen de kopers de boot halen. ‘Toen ze wegvoeren met de boot die mijn ouders kochten toen ik achttien was, ben ik een heel stuk langs de kade meegereden. Er ging heel veel door me heen… Nee, José was er niet bij, sommige dingen moet je even alleen verwerken.’ Zijn vader vond het natuurlijk ook heel moeilijk. ‘Een stukje familiehistorie kwam ten einde.’

 

Voetveer
In 2007 verhuisden Douwe, José en Ruben naar Deventer. Douwe vond werk op een partyschip in Goor. Hoewel het een enorme omschakeling was om geen vracht, maar passagiers te vervoeren en om niet op de boot maar op land te wonen, pakte de verandering goed uit. Douwe bleek het leuk te vinden om het de gasten naar de zin te maken, en ook dat de passagiers met plezier naar zijn verhalen luisterden. ‘Je weet veel van rivieren, dus er is veel te vertellen’.

 

 

Hij werkte in 2010 ook op het veer van Gorssel en had het prima naar zijn zin. Maar: beide werkzaamheden waren seizoengebonden. ‘Douwe, weet je dat ze hier in Deventer iemand voor het pontje zoeken?’ vroeg een familielid op zekere dag in 2011. Douwe wist dat niet maar belde direct voor een afspraak met de heer Scheers, eigenaar van Rederij Thuishaven. 

Hij vermoedde dat hetzelfde familielid al wat voorwerk had verricht, want het sollicitatiegesprek liep zo ontspannen en plezierig dat hij al halverwege het gesprek doorhad dat ze hem wel willen hebben. Het familiebedrijf vaart al sinds 1962 dagelijks vele malen de voetveer heen en weer tussen De Worp, waar men gratis kan parkeren, en de IJsselkade. Het hele jaar door, bij weer en wind, van ’s ochtends tot ‘s avonds. 

Ze voeren met Carpe Diem, het partyschip. Douwe kon vrijwel gelijk bij de firma Scheers beginnen en het voelde goed. ‘Fijne mensen’, zegt Douwe. ‘We zijn een klein team en kunnen altijd van elkaar op aan.’

De oude heer Scheers is in het bedrijf van zijn schoonouders begonnen, heeft het overgenomen en doet zelf trouwens nog regelmatig dienst. Zijn dochter Daniëlle is heel betrokken en schoonzoon Georg vaart ook. Naast Douwe en de reserveschipper uit Zwolle vormen zij de vaste bemanning.

 

 

Humor
‘Het bedrijf vaart in 2040 nog’, zegt Douwe. De pont is onmisbaar voor het autoluwe Deventer, voor zowel woon- en werkverkeer als voor winkelende en uitgaande Deventenaren. En de pont trekt toeristen. ‘Dat zijn er veel, want er is zoveel te doen in Deventer!’ Hij somt de hoogtepunten op waar Deventer beroemd om is: het silhouet van de stad als je de brug passeert of komt aanvaren, Deventer op Stelten, de boekenmarkt, het Dickensfestival… ‘Dan varen we van ‘s ochtends vroeg tot één uur ‘s nachts met twéé boten.’

 

‘Het veer is onmisbaar, in 2040 varen we nóg’ 

 

En daarbij, in maart 2021 is de oude boot vervangen door een elektrische. ‘Hij is schoon en zó stil! Heerlijk.’ Varen met de pont is niet moeilijk en niet gevaarlijk, zegt hij. ‘Het water is relatief stabiel in hoogte en stroomsterkte. Het IJsselmeer, ja, daar heb ik vroeger wel angsten uitgestaan. Dat water was onvoorspelbaar. Hier varen betekent als het ware een snelweg oversteken: goed uitkijken en onderling contact houden, want er varen boten met de maximale lengte van 110 meter en 11,45 meter breed. Gróót voor deze rivier. En meer dan lang genoeg, bij laag water.’

Het wordt tijdens ons gesprek steeds duidelijker: Douwe houdt van Deventer, van het water en zijn werk, van zijn collega’s en van zijn vrouw en zijn zoon Ruben ‘Je moet je kind vrij laten, hij moet zijn eigen weg vinden. Hij is een heel verstandige jongen voor zijn leeftijd. En hij heeft humor, dat is naast mijn geloof de tweede rode draad in mijn leven.’ Dat wil hij graag genoteerd hebben.

Nieuwsgierig naar de vloot? Kijk op www.pontjedeventer.nl voor meer informatie.

 

Fotografie: Lieke Kooyman