Janny Reimering (87) zag veel van de wereld, voordat ze neerstreek in Deventer. Inmiddels is ze met de stad vergroeid. Met een scherp oog voor schoonheid en blijvend nieuwsgierig geniet ze van de grote en kleine dingen die Deventer zo uniek maken.
Vanuit haar appartement op het Pothoofd kijkt Janny uit over de IJssel, op de skyline van Deventer. Haar woning ademt één en al reizen uit, met voorwerpen en kunst uit alle windstreken. Ze woonde in Venezuela en trok door Peru, India en Afrika. In de jaren 70 stapte ze als één van de eerste vrouwelijke, buitenlandse toeristen op de Transsiberië Express naar Mongolië. Op zoveel plekken geweest…en het is Deventer waar ze zich meteen thuis voelt.
Thuishaven op Worp 3
Het begon allemaal met ‘puur een blik op de kaart, verder geen bijzondere reden.’ Na 11 jaar gewoond te hebben in Suriname, waar haar toenmalige echtgenoot als bioloog zeeschildpadden bestudeerde, wilde het jonge gezin zich terug in Nederland settelen. De nieuwe thuishaven op Worp nummer 3 bleek een schot in de roos. ‘Het voelde als een dorp, heel intiem. Alles was er, je kende je buren, de school zat aan de overkant van de straat, we hadden hier een moestuin waar ik met veel plezier in werkte. Tijdens de strenge winters leerde ik mijn dochter schaatsen in het ondergelopen Worpplantsoen.’ Het was toen 1978, de overtocht met het pontje kostte nog een kwartje. Ze geniet naast de geborgen sfeer op de Worp, ook van het culturele leven. ‘Zo volgde ik cursussen in tekenen, boetseren, schilderen – of trad op in de Broederenkerk toen in de jaren 80 lid was van het Deventer Kamerkoor.’
Iets te saai
Een scheiding bracht haar uiteindelijk naar een andere kant van de stad. ‘Ik betrok een flat in Keizerslanden. Daar leerde ik mijn man uit Zwolle kennen. Daarna verhuisde ik naar Zwolle en in de jaren 90 woonden we nog zo’n 10 jaar in Kampen. In geen van beide steden heb ik me gevoeld zoals hier. Het was toch iets te saai.’
Terug naar Deventer
Een advertentie in de krant wees Janny op appartementen die gebouwd werden aan de IJssel. Nadat haar man eerst een beroerte kreeg en daarna leukemie, was het voor zijn gezondheid geen overbodige luxe om dichtbij een ziekenhuis te wonen. Begin deze eeuw besloot ze terug te keren naar Deventer. Sinds haar man overleed in 2010, woont Janny zelfstandig op het Pothoofd. Na al haar reizen over de wereld en wonen in andere Hanzesteden vraag je je af: waarom voelt juist Deventer zo als haar thuis? En wat is er in die jaren veranderd – of juist gebleven – dat haar hier zo gelukkig maakt?
In Deventer leeft het
Eigenlijk ervaart ze weinig veranderingen tussen toen en nu. ‘Je hoeft niet rijk te zijn. Er zijn hier zoveel mogelijkheden. Ik geniet dagelijks van grote en kleine dingen; de binnenstad met haar verwarmde terrassen. Maar minstens zo erg van struinen door de straten en langs de winkels. In Deventer…leeft het gewoon.’
De stad voor mezelf
Ze lijkt de stad nog wel het mooist te vinden in de stilte voor de storm. De opbouw van de markt is misschien wel één van haar meest favoriete momenten. ‘Je ziet koopmannen bevoorraden, een praatje maken. Zo heeft de stad een hele andere sfeer, dat is zo leuk om te zien.’ Haar mooiste herinnering? ‘In de lockdown tijdens de coronatijd zag je geen kip op straat. In de kerstperiode bleven de prachtige lichtinstallaties staan. Het was eigenlijk doodstil. Toch wilde ik die sfeer eens proeven. Dus ben ik zo tegen 18.00 uur de stad in gefietst. Ik zag de winkels dichtgaan en mensen weggaan, dus de enige die ik nog zag was een vrouw, die met een touw een mandje met boodschappen omhoog haalde naar haar woning op de 2e of 3e etage. Ik fietste vervolgens langs de Brink en door de Overstraten; het dat je hoorde was getik en gehamer, van restaurants die hun zomermeubels aan het opknappen waren. Op wat giechelende tienermeiden na was er niemand op de Brink. Die hele sfeer is me nog steeds bijgebleven, ik was helemaal in m’n eentje en had de stad voor mezelf. Een hele bijzondere ervaring was dat.’
Oog voor schoonheid
Thuis op het Pothoofd ligt altijd een verrekijker binnen handbereik om het waterleven op de IJssel te spotten. ‘Soms als het mistig is, dan zie ik alleen het silhouet van een schip. Dat vind ik prachtig. Bij mistig of helder weer, onweer of een dag met sneeuw, zie je de zon op zoveel manieren.’ Ze heeft de meest bijzondere zonsondergangen aan de IJssel vastgelegd en gebundeld in een fotoboek. Haar scherpe oog voor de schoonheid in het dagelijkse leven.
Galerie Art Brut
Dat oog voor schoonheid kan ze ook kwijt in haar passie voor kunst. Ze maakt zelf schilderijen en is actief liefhebber en verzamelaar. Daarnaast werkt ze ook nog eens meerdere dagen per week als vrijwilliger bij Galerie Art Brut. En dat allemaal op 87-jarige leeftijd. Waar haalt ze die enorme energie en levenslust vandaan? ‘Er zijn drie dingen waar ik me goed aan houd. Verse groentes eten, zoveel mogelijk in beweging blijven. En het derde ding: ik ben nieuwsgierig en ik blijf nieuwsgierig.’
Laatbloeier
Zo scrabbelt ze elke ochtend via haar mobiel met haar dochter in Benin. ‘Om te blijven nadenken. Dit is een hele fijne tijd, ik mag dan wel oud zijn. Nu heb je alle tijd om alles uit te zoeken in plaats van vroeger met kinderen. Wat dat betreft ben ik wel een laatbloeier. Ik heb altijd wel gelezen, maar nooit zo veel als nu. Ik lees meerdere kranten per dag en een paar boeken per week. Ook ben ik lid van het Filmhuis Mimik, daar ga ik op het fietsje heen. Of ik kijk op Indebuurt.nl welke winkels geopend zijn, dan ga ik even kijken.’
Dol op kunst en cultuur. Bereisd en belezen. Maar bovenal bewust van de mooie momenten in het dagelijks leven. Het is de levenskunst die zo enorm aanstekelijk van haar afspat. Daarom voelt ze zich zo thuis in Deventer. Want hoe jong of oud je ook bent, het is maar net met welke bril je naar de stad kijkt, volgens Janny. `Je moet ook wel geïnteresseerd zijn en je dingen afvragen. Als je niet nieuwsgierig bent, dan maak je ook niks mee.’
Fotografie: Viorica Cernica